Koelvloeistof is een tamelijk ondoorzichtige materie. Er zijn geen zinnige standaardtests die de vereiste kwaliteit nauwkeurig en eenduidig vastleggen. Dat is ook wel begrijpelijk: hoe een koelvloeistof reageert in een motor met uiteenlopende materialen rijdend onder verschillende omstandigheden is moeilijk, zo niet onmogelijk, praktisch te meten.
In principe bestaat koelvloeistof uit water, een vriespuntverlager en additieven die corrosie van de diverse in een motorkoelsysteem voorhanden zijnde metalen tegen corrosie beschermt. Het water dient aan bepaalde vereisten te voldoen (zoals bijvoorbeeld hardheid, chloorgehalte, pH). Als vriespuntverlager wordt monoethyleenglycol (1,2-ethaandiol) gebruikt. In de EU wordt bovendien een "taste deterrent" toegevoegd. Dat geeft koelvloeistof een bijzonder onaangename bittere smaak, waardoor abusievelijk inslikken wordt voorkomen omdat het bij opname door de mond meteen wordt uitgespuugd.
Het verschil tussen de verschillende koelvloeistoffen zit in de concentratie van de vriespuntverlager ("tot welke lage temperatuur blijft het bruikbaar") en vooral in het type anticorrosie additief. Traditioneel werden anorganische additieven gebruikt. Die zorgden ervoor dat alle motordelen die er mee in contact kwamen werden afgedekt met een beschermingslaagje om corrosie te voorkomen. Dat gebeurde overal in de motor en niet slechts op corrosiegevolige plaatsen. Ook de binnenkant van slangen werd door dergelijke stoffen afgedekt, waardoor de beschermingsduur beperkt was (tot ca. 2 jaar). Meestal hadden dergelijke koelvloeistoffen een geelgroene kleur in verse toestand.
Sinds een jaar of 20 wordt meestal koelvloeistof gebruikt met additieven op basis van organische samenstelling. Dat heeft als voordeel dat corrosiebescherming pas actief wordt wanneer ergens corrosie begint te ontstaan - op dat moment wordt de plaats van aantasting door de additieven afgedekt om de corrosie te stoppen. Het voordeel is dat de koelvloeistof alleen actief beschermt tegen corrosie op plaatsen waar dat echt nodig is en dus niet het gehele inwendige oppervlak met een afdeklaagje wordt besmeurd. Dergelijke koelvloeistof gaat veel langer mee dan "klassieke" producten (tot wel 6 jaar), omdat de verbruikssnelheid veel lager is.
Alle autofabrikanten gebruiken inmiddels deze "OAT" ("organic additive technology") koelvloeistoffen. Ze verschillen onderling wel - met name Japanse fabrikanten hebben vaak hun speciale wensen qua gewenste additieven. Of dat allemaal nodig is, is moeilijk na te gaan voor de buitenstaander. Dat Toyota, Mazda en Honda er zo precies mee zijn, zal waarschijnlijk niet alleen commerciele redenen hebben.
Inmiddels zijn op tankstations ook "universele koelvloeistoffen" te koop - geschikt voor iedere auto, ongeacht de leeftijd. Of die even goed zijn, is onbekend. Waarschijnlijk bieden ze wel voldoende lang bescherming om bij gebruikers geen klachten te laten ontstaan.
Menging van verschillende koelvloeistoftypen is af te raden. Afgezien van het feit dat er meestal een "smerige" kleur ontstaat, valt niet uit te sluiten dat de verschillende additieven elkaars werking verstoren.
Voor meer informatie over koelvloeistof, zie:
Het verhaal is niet helemaal up to date en richt zich sterk op de situatie in de VS, maar geeft toch behoorlijk wat achtergrondinformatie.