Ervaringen met een GS 450h uit 2013

Update sinds 20/4/2020 – 6 jaar met een GS 450h uit 2013

Eigenlijk is er niets te melden. Geen problemen, geen storingen. Niets, zelden zo’n saaie auto gehad.

Het enige is, dat ik pas sinds enkele weken, de perfecte stoel/stuur/spiegelafstelling heb gevonden. Dat is misschien niet al te slim, maar om het echt perfect te krijgen, moet je er speciaal voor gaan zitten (letterlijk).

Het begint met hoe zit je het lekkerst? Hoogte zitvlak voor/achter, positie t.o.v de pedalen, stand rugleuning, mate van activering en hoogte van de lendensteun. Dat is het begin. Daarna plaats stuur (hoever van je af, hoogte). En daarna pas de spiegelafstelling.

Als je het op die manier doet, kom je uit op een stand die uiteindelijk het zitvlak en je rug (schouders, lendenen) in perfect contact met de stoel brengt. Pas daarna volgt de stuur- en daarna de spiegelafstelling. En uiteraard de vergrendeling van dat alles in het geheugen.

Het als eerste perfect positioneren van de stoel blijkt essentieel. De stand van stuur en spiegels volgen daaruit. Doe je het niet in die volgorde, dan blijf je dingen veranderen en bereik je nooit het optimum is mijn ervaring.

In de handleiding wordt uiteraard keurig vermeld welke instelmogelijkheden er zijn. Wat er niet in staat is hoe je de perfecte afstelling bereikt. Dat is een gemis. De volgorde van instellen is essentieel om het echt goed te krijgen.
 
🤔 dus, eerst de stoel ?
Ja - eerst de hoogte en eventueel de helling van het zitvlak, dan de stand van de rugleuning en vervolgens eventueel ook de lendensteun. Tot het zit als een perfect gemaakt maatpak. Daarna stuur en daarna spiegels - de stand daarvan wordt bepaald door de positie van je hoofd op de stoel. Het vinden van de geschikte juiste stuurpositie kan wat experimenteren vragen. Een centimeter meer naar voor of naar achter kan heel verschillend aanvoelen. Probeer een stand te vinden waarbij je ellebogen zodanig zijn gebogen dat ze, als je je handen op de stand kwart voor twee op het stuur legt er zo min mogelijk vermoeidheid optreedt in je armen. Vervolgens de binnenspiegel zodanig dat je zonder hoofdbeweging een zo groot mogelijk deel van de achterruit in beeld hebt. En tenslotte de buitenspiegels - zodanig dat je de zijkanten van de auto net niet ziet (waardoor je links en rechts een "dode hoek" voorkomt).

Bij het rijden hoef je meestal de zijkant van de auto helemaal niet te kunnen zien, maar juist wel of er zich naast je auto iets bevindt (fietser, fatbike, auto). Natuurlijk wordt je in veel gevallen gewaarschuwd door een oplichtend lampje in de spiegels, maar als je de spiegels in de juiste stand zet heb je die waarschuwing niet nodig. En als je die waarschuwing uit zet, kun je zonder irritante lampjes veel dichter langs een vangrail rijden. Soms staan die vangrails erg dichtbij wanneer er geen vluchtstrook aanwezig is. Als laatste kun je nog kiezen of de buitenspiegels een andere stand innemen bij achtyeruit rijden. De spiegels iets naar binnen draaien en meer naar beneden richten, is handig als je achteruit rijdt en bijvoorbeeld een stoeprand wilt vermijden.
 
  • Leuk
Waarderingen: Paniekje