OBD (II) is een standaard die vastlegt wat zoal gemeten wordt, hoe dat gedaan wordt, welke metingen in ieder geval beschikbaar moeten zijn en welke naar keuze van de autofabrikant aanvullend kunnen worden gebruikt. Kortom: niet bij iedere auto zal (naast de verplichte informatie) uitgebreide aanvullende informatie beschikbaar zijn. Temperatuurinformatie van bijvoorbeeld motor-, versnellingsbak- en differentieelolie zullen daardoor niet bij ieder automodel beschikbaar zijn. Bij Toyota/Lexus is in veel gevallen die informatie wel beschikbaar (de daartoe noodzakelijke sensors zijn aanwezig en leveren de informatie in een geaccepteerd "format" aan). Die kan dus op de een af andere manier zichtbaar worden gemaakt, al zal dat meestal niet standaard ergens op het dashboard zijn voorzien.
Je kunt die temperaturen dus veelal via een OBDscanner meten. De vraag is wat je daar aan hebt. Natuurlijk bevredigt het je nieuwsgierigheid, of het bezorgt je slapeloze nachten. Afhankelijk van het autontwerp en de aard van het gebruik zullen de waarden sterk uiteen kunnen lopen. De autofabrikant heeft echter tijdens de motorontwikkeling (als het goed is) vastgesteld dat die temperaturen een acceptabel lang motorleven niet in de weg staat.
Ruwweg kun je in het differentieel een maximumtemperatuur verwachten van ca 50 graden Celcius boven de omgevingstemperatuur, in een CVT een temperatuur van ca. 50 tot 90 graden boven de omgevingstemperatuur en in de motor een temperatuur van 80 C of hoger afhankelijk van snelheid, buitentemperatuur en belasting en het geheel de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt.. De temperatuur zal dus sterk varieren met de omstandigheden - in de meeste gevallen wordt de temperatuur niet geregeld via een of andere manier van temperatuurregeling. De gemeten waarde is bovendien een "bulkwaarde", op sommige plaatsen in de aandrijflijn kunnen veel hogere temperaturen voorkomen. Incidentele piekwaarden van 160 C of meer kunnen af en toe optreden - en zijn meestal geen reden voor ongerustheid. Het betekent uiteraard wel dat de smeerfilm van plaats tot plaats in een te smeren component zeer sterk uiteen kan lopen - de smeerfilmdikte in een motor is dus nooit overal even dik, zelfs niet als je alleen maar naar naast elkaar gelegen krukaslagers kijkt.
De oliefabrikant kiest de samenstelling van zijn producten op basis van allerlei tests zodanig dat deze aan de door de autofabrikant gestelde eisen voldoet - waarna je, als dat goed wordt gedaan, als automobilist bij het aanhouden van de aanbevolen producten geen problemen hoeft te verwachten.