Bij een CVT denk ik aan een heavy-duty variant van een scooter aandrijving. In het geval van audi is dat een ketting van een paar cm breed. Dacht ik, is 10 jaar geleden dat ik die open gezien heb.
"CVT" is een verzamelnaam voor zeer uiteenlopende overbrengingen. De naam "continu variabele transmissie" betekent slechts dat de transmissie in principe een "oneindig" aantal overbrengingsverhoudingen kent (tussen een minimum en een maximum overbrengingsverhouding). Er zijn langzamerhand heel veel uitvoeringen van. Bij auto's waren de oorspronkelijke Dafjes de eerste, met een rubber snaar die over twee poelies liep met variabele diameter. Dat lijkt sterk op wat je nu vaak op scooters ziet
Later ontstond de VST duwband, die nog veel wordt gebruikt in kleinere Japanse auto's. Audi heeft inderdaad een tijdje een getrokken ketting gebruikt - in feite een "automotive" uitvoering van de oorspronkelijk in Engeland bedachte PIV-aandrijving met een ketting met variabele schalmlengte.
Ook een koppelomvormer op zich is in feite een CVT - zij het met een zodanig klein bereik dat er achter een aparte versnellingsbak is gemonteerd met 2 tot tegenwoordig 8 of meer (automatisch) schakelbare overbrengingsverhoudingen. Omdat de koppelomvormer op zich een erg klein bereik heeft, werden in het verleden door Voith in Duitsland voor de aandrijving van goederenlokomotieven soms wel 4 of 5 koppelomvormers gecombineerd om vanaf stilstand toch voldoende trekkracht ter beschikking te hebben.
Voor auto's kenden de verschillende CVT's maar een beperkt succes. Niet iedere chauffeur vond het prettig dat motortoerental en snelheid in een variabele verhouding worden gecombineerd. Om die reden zijn ze inmiddels nagenoeg uitgestorven.
De Toyota e-CVT's in hybrides kennen wel veel verbreiding en ook waardering. De reden daarvoor staat volkomen los van het CVT gebeuren. De waardering komt voort uit het gegeven dat er gelijktijdig twee vormen van vermogen beschikbaar zijn (EV en fossiel) waarvan de onderlinge verhouding electronisch wordt geregeld op basis van de gevraagde trekkracht en de gewenste snelheid.
Dergelijke aandrijvingen worden nu ook steedss meer op andere voertuigen toegepast (graafmachines, laadschoppen, tractoren) - waar het soms om hybrides gaat zoals we die van Lexus kennen, maar ook om aandrijvingen met een hydrostatische en mechanische vermogensinput.
Door die onderlinge verhouding automatisch aan te passen wordt de aandrijving een stuk eenvoudiger te bedienen voor de berijder omdat niet steeds behoeft te worden geschakeld (wat in het terrein erg lastig is, zodra je een koppeling intrapt , staat de machine stil. Het wordt ook eenvoudiger: bij eem mechanisch aangedreven tractor het je drie verschillende versnellingsgroepen nodig (voor een snelheid van 1 tot 5 km per uur op een akker, tussen 4 en 9 km per uur voor werkzaamheden op grasland en voor transport over verharde wegen tussen 10 en 45+ km/u).